Aantekeningen |
- Karst Meckinck is in 1658 samen met zijn vrouw Lijsken lidmaat geworden van de Aaltense kerk.
Mekkink
Dit was een van de boerderijen, die eerst in bezit was van de heer van Anholt. In 1377 verpandde deze de boerderij aan Gert Meckinck. Frederick, heer van Zulen en Anholt, kon de boerderij weer inlossen voor 100 goudstukken of 50 mud rogge, aan Gert Meckinck uit te betalen op de kerkhoven te Aalten, Bocholt of Dinxperlo. Dit gebeurde echter niet en de heer van Anholt gaf als leenheer het goed sedert 1402 als leengoed aan zijn leenmannen; in 1402 aan Johan Meckinck, in 1452 aan (diens zoon?) Johan Meckinck, in 1488 aan Wenemar Meckinck. Nadien raakte het uit de familie en ook Mekkink werd een pachtboerderij van de jonkers Voerst van Hagen. Op een perceel bouwland, dat de leemhorst heette, werd in de achttiende eeuw een nieuwe boerderij van die naam gebouwd. De abdis van Vreden kreeg als tiend ieder jaar, een mud rogge uitgekeerd. (bron: IJzerlo, d'Nestiezern, p.22)
Volontaire protocollen Bredevoort:
Lunµ 19 Februarij 1644 - Stattholder Joost ter Vile, Rentmr. Cornoten Jan ten Berge Peter Cloeck
Erschenen Derck Meckinck Elisabeth eheluide, die bekanden voor sich und haren erven, voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Engelbert van Dieren, Mechtelt Brethouwers eheluiden und haeren erven, die Koijermans Stede opten Esch Iserloe inden Kerspell Aelten tusschen Averbeke ende Averkempinck in vorder bepalinge gelegen, mit dessen toebehoer und gerechtigheit, Deses gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh haerer goederen, sonder exception und argelist.
|